Het voorvoegsel re- gebruiken we alleen voor werkwoorden. Het heeft twee betekenissen:
opnieuw/her
legi
lezen
relegi
herlezen/overlezen
diri
zeggen
rediri
opnieuw zeggen of herhalen
re- geeft dus een herhaling aan van de handeling, die het werkwoord aangeeft.
terug/weer
sendi
zenden
resendi
terugzenden
bati
slaan
rebati
terugslaan
veni
komen
reveni
terugkomen
salti
springen
resalti
terugspringen
tiri
trekken
retiri
terugtrekken
Achtervoegsels
Het achtervoegsel -ig. Als je dit achter een bijvoeglijk naamwoord (mooi, goed, warm) of achter een zelfstandig naamwoord plaatst, betekent het: maken of brengen in een toestand, die het stamwoord (in dit geval dus het bijvoeglijk naamwoord of het zelfstandig naamwoord) aangeeft:
bela
mooi
beligi
mooi maken/verfraaien
varma
warm
varmigi
warm maken/verwarmen
pura
rein
purigi
reinigen
kontenta
tevreden
kontentigi
tevreden maken/bevredigen
Bij de laatste twee voorbeelden kun je zien, dat dit achtervoegsel ook in onze taal bestaat, n.l. reinigen en bevredigen. Hieronder nog enkele voorbeelden van dit achtervoegsel achter een zelfstandig naamwoord.
gasto
gast
gastigi
tot gast maken/herbergen
entuziasmo
geestdrift
entuziasmigi
geestdriftig maken/bezielen
Van dit achtervoegsel -ig moet u nog onthouden, dat hierna altijd de letter "n" moet worden toegepast.
Ik maak de kamer schoon = Mi purigas la ĉambron.
Deelwoorden
In les 12 hebben we het achtervoegsel -anta behandeld. Dit gebruiken we om aan te duiden, dat iemand of iets ergens mee bezig is.
De lezende jongen - la leganta knabo, het lachende meisje - la ridanta knabino, de lerende kinderen - la lernantaj infanoj.
We kunnen deze zinnen ook als volgt schrijven: De jongen is aan het lezen - la knabo estas leganta, de kinderen zijn aan het leren/zijn bezig met leren - la infanoj estas lernantaj.
Deze korte herhaling vormt een inleiding tot een volgend onderwerp, namelijk de deelwoorden.
Tot nu toe hebben we steeds zinnen gebruikt, waarin het werkwoord in de tegenwoordige tijd, verleden tijd of toekomende tijd voorkwam.
Voorbeelden: ik loop, ik liep, ik zal lopen; hij ziet, hij zag, hij zal zien. Maar er werden nog geen zinnen gegeven met: ik heb gezien; hij had gelezen; zij was gekomen. Gezien, gelezen, gekomen, zijn deelwoorden.
U ziet, dat we er bij het gebruik van deelwoorden nog een werkwoord bijhalen, namelijk heb/ had, ben/was, wordt/werd. Voor het samenstellen van dergelijke tijden roepen we dus andere werkwoorden te hulp. We gebruiken dan de zogenaamde hulpwerkwoorden "hebben", "zijn", "worden", "zullen". Regel! In het Nederlands kennen wij vier hulpwerkwoorden. In het Esperanto is er maar één, namelijk "esti".
Of er in het Nederlands nu staat "was" of "had" of "werd" plus een deelwoord, in het Esperanto gebruiken we steeds "esti" (natuurlijk wel op de juiste manier vervoegd). Het deelwoord vormen we door een bepaalde uitgang (of zoals u het misschien wilt noemen, een bepaald "achtervoegsel") achter de stam van het werkwoord te plaatsen.
hij is gekomen
li estas veninta
hij was gekomen
li estis veninta
wij hebben gewandeld
ni estas promenintaj
wij hadden gewandeld
ni estis promenintaj
de kinderen hebben gespeeld
la infanoj estas ludintaj
de kinderen hadden gespeeld
la infanoj estis ludintaj
In -inta zit de "i" van de verleden tijd, "-inta" wil dus zeggen: klaar met ...
In de volgende lessen zullen we verder op de deelwoorden ingaan. Opmerking: In de zin "wij hebben gelezen" mag het woord "hebben" nooit worden vertaald met "havi". "Ni havis legintaj" is radicaal fout! De juiste vertaling is: Ni estas legintaj.
Oefenen
Wanneer je een dakjesletter moet invoeren, dan kun je er een x achter zetten of een ^ ervoor zetten en dan converteert het programma dit naar een echte dakjesletter alvorens de zin na te kijken. Achter de u kun je alleen maar een x zetten.
Nieuw
: Wanneer je op 'alle' drukt krijg je alle mogelijke antwoorden te zien in de vorm van een zogenaamde reguliere expressie, maar dat wijst zichzelf wel. Wanneer je onze voorkeursvertaling wilt zien, maak dan het vertalingsveld leeg en druk op 'controleer'. We proberen ook rekening te houden met Vlaams taalgebruik in het goedkeuren van vertalingen, maar onze voorkeursvertaling is meestal meer op het Hollandse Nederlands gebaseerd. Soms is er weinig voorkeursverschil tussen de verschillende vertalingen en soms meer maar het is erg lastig om dat via de software duidelijk te maken. Waarschijnlijk missen er ook nog wat goede vertalingen, met name in het Vlaams, dus stuur ze gerust op. En wanneer je meent dat je eigen vertaling goed is en het toch fout gerekend wordt, vertrouw dan op je eigen oordeel want er kunnen nog wel wat foutjes in het systeem zitten en soms zijn er andere vertalingen die minstens even goed of zelfs beter zijn.
Schrijf tekst
Als je op de verstuurknop klikt krijg je de opgave(n) later per email gecorrigeerd retour.
Je kunt de woordjes uit de oefeneningen hier oefenen.
Je kunt de woorden in deze les ook oefenen met de geluidsbestanden: