Les 11

Telwoorden

In een van de vorige lessen leerden we tellen: 1 = unu, 2 = du, 3 = tri, 4 = kvar, 5 = kvin, 6 = ses, 7 = sep, 8 = ok, 9 = naŭ, 10 = dek, 21 = dudek unu, 53 = kvindek tri, 85 = okdek kvin, 99 = naŭdek naŭ.
Maar hoe vertalen we nu: eerste, derde, tiende enz.? Heel eenvoudig door achter de telwoorden de letter a te plaatsen. eerste = unua, derde = tria, tiende = deka, enz. Deze 11eles is dus la dek-unua leciono.

Vraagwoorden

In het Nederlands hebben we veel vraagwoorden die met de letter w beginnen wie, wat, wiens, waar, waarom, wanneer.
In het Esperanto beginnen alle vraagwoorden met de letter k:

wie/welke kiu
wat kio
hoe (wat voor soort) kia
wiens kies
waar kie (spreek uit: ki-e)
waarom kial
wanneer kiam
hoe (op welke manier)   kiel (spreek uit: ki-el)
hoeveel kiom (da)

Wie bent u? Kiu vi estas?
Wat zegt hij? Kion li diras?
Wat voor bloemen ziet u? Kiajn florojn vi vidas?
Wiens boek ligt op de tafel? Kies libro kuŝas sur la tablo?
Waar ligt uw boek? Kie kuŝas via libro?
Waarom leert hij? Kial li lernas?
Wanneer komt zij? Kiam ŝi venos?
Hoe zingt hij? Kiel li kantas?
Wat zegt hij? Kion li diras?
Hoeveel is een plus een? Kiom estas unu plus unu?
Hoeveel bloemen? Kiom da floroj?

Voorvoegsels

Het voorvoegsel ge- verenigt beide geslachten:

vader patro vader en moeder/ouders gepatroj (j is de meervoudsuitgang)
heer sinjoro dame en heer/dames en heren gesinjoroj
zoon filo zoon(s) en dochter(s) gefiloj
vriend amiko vriend(en) en vriendin(nen) geamikoj

Het is niet noodzakelijk om de vorm ge- te gebruiken. Als we willen zeggen: "Dames en heren", dan kunnen we dit vertalen met "Gesinjoroj", maar ook met "Sinjorinoj kaj sinjoroj".

Achtervoegsels

Het achtervoegsel -an betekent: aanhanger, bewoner, lid van een vereniging, volgeling:

Amsterdamo Amsterdam amsterdamano Amsterdammer
kurso cursus kursano cursist
urbo stad urbano stedeling
eksterlando buitenland eksterlandano buitenlander
Nederlando Nederland nederlandano Nederlander
sama zelfde sampartiano partijgenoot
partio partij vilaĝano dorpeling

Hoe vertalen we nu landgenoot? Dit is een bewoner van hetzelfde land, dus samlandano. Geestverwant (aanhanger van hetzelfde idee) - samideano. Op de eerste internationale bijeenkomst van Esperantisten in 1905 werden de aanwezigen door D-ro zamenhof als volgt toegesproken: "Samideanoj! Kun granda ĝojo mi salutas vin." - "Geestverwanten! Met grote vreugde begroet ik u".

Oefenen