In deze les worden de laatste letters besproken die in vergelijking met de Nederlandse taal een afwijkende uitspraak en schrijfwijze hebben. Het Esperanto heeft namelijk een aantal letters die het Nederlands niet kent, de zogenaamde kapjesletters.
Helaas kunnen we deze letters met kapjes erop niet zonder meer op het scherm zetten. En lukt het ons via bepaalde programma's wel dan blijken ze via email niet goed over te komen. Daar is door esperantisten die via internet contact hebben met elkaar, onder andere het volgende op gevonden: In plaats van een kapje (^) boven de letter schrijven we een dakje (^) voor de letter. Als je dat ook bij de te vertalen zinnen zo doet komt het kapje op de letter te staan nadat je controleer hebt aangeklikt.
De ĉ spreekt men uit als tsj in 'fietsje' of 'koetsje':
Tenslotte kent het Esperanto nog twee zogenaamde tweeklanken:
De aŭ met een boogje (de onderste helft van een cirkel) op de u. Deze tweeklank wordt uitgesproken als auw in flauw en gauw.
De eŭ met net zo'n boogje op de u, wordt uitgesproken als ew.
Omdat het boogje moeilijk te typen is zetten we in deze cursus een asterisk (*) achter de u. Mensen die met een tekstverwerker werken zetten vaak een circumflex (~) op de u. In de oefeningen verschijnt het boogje op de u wanneer je achter de u een * hebt gezet.
Let op! Zou men bij deze tweeklanken het boogje boven de letter u vergeten, dan zou men een geheel ander woord met een geheel andere uitspraak krijgen. Bijv. neŭtrala wordt uitgesproken als 'newtrala', maar 'neutrala' zou men moeten uitspreken als 'ne-u-tra-la'!
Hiermee is de uitspraak van alle letters behandeld want de q, w, x en y komen in het Esperanto namelijk niet voor.
Werkwoorden
In de vorige les leerden wij de onbepaalde wijs en de tegenwoordige tijd. Als de handeling gisteren of verleden jaar plaats vond dan spreekt men van de verleden tijd, moet de handeling nog gebeuren dan spreekt men dan de toekomende tijd. In het Esperanto is aan de uitgang van het werkwoord te zien welke tijd wordt gebruikt.
De uitgang van de tegenwoordige tijd is as. (Denk maar aan de a in 'vandaag').
De uitgang van de verleden tijd is is. (Denk aan de i in 'gisteren').
De uitgang van de toekomende tijd is os. (Denk aan de o in 'morgen').
Tegenwoordige tijd:
mi falas
ik val
vi falas
jij/u valt
li falas
hij valt
ŝi falas
zij valt
ĝi falas
het valt
ni falas
wij vallen
vi falas
jullie vallen
ili falas
zij vallen
Verleden tijd:
mi falis
ik viel
vi falis
jij/u viel
li falis
hij viel
ŝi falis
zij viel
ni falis
wij vielen
vi falis
jullie vielen
ili falis
zij vielen
Toekomende tijd:
mi falos
ik zal vallen
vi falos
jij/u zal vallen
li falos
hij zal vallen
ŝi falos
zij zal vallen
ĝi falos
het zal vallen
ni falos
wij zullen vallen
vi falos
jullie zullen vallen
ili falos
zij zullen vallen
Oefen dit ook met de reeds bekende werkwoorden.
Nieuwe woorden
kuŝi
liggen
paroli
spreken/praten
flugi
vliegen
labori
werken
la salono
de zaal
la maro
de zee
la homo
de mens
la plafono
het plafond
la nomo
de naam
la kato
de kat
la skatolo
de doos
kiu?
wie?
tri
drie
kvar
vier
la objekto
het voorwerp
inter
tussen
nova
nieuw
flava
geel
kun
met
ruĝa
rood
apud
naast
mia
mijn
nia
onze
al
naar
devi
moeten
interesa
interessant
nun
nu
la tagoj de la semajno
de dagen van de week
dimanĉo
zondag
lundo
maandag
mardo
dinsdag
merkredo
woensdag
ĵaŭdo
donderdag
vendredo
vrijdag
sabato
zaterdag
Denk om de uitspraak! Klemtoon altijd op de een na laatste lettergreep! Tip! Leer steeds alle woorden en repeteer de woorden uit de vorige lessen.
Oefenen
Wanneer je een dakjesletter moet invoeren, dan kun je er een x achter zetten of een ^ ervoor zetten en dan converteert het programma dit naar een echte dakjesletter alvorens de zin na te kijken. Achter de u kun je alleen maar een x zetten.
Nieuw
: Wanneer je op 'alle' drukt krijg je alle mogelijke antwoorden te zien in de vorm van een zogenaamde reguliere expressie, maar dat wijst zichzelf wel. Wanneer je onze voorkeursvertaling wilt zien, maak dan het vertalingsveld leeg en druk op 'controleer'. We proberen ook rekening te houden met Vlaams taalgebruik in het goedkeuren van vertalingen, maar onze voorkeursvertaling is meestal meer op het Hollandse Nederlands gebaseerd. Soms is er weinig voorkeursverschil tussen de verschillende vertalingen en soms meer maar het is erg lastig om dat via de software duidelijk te maken. Waarschijnlijk missen er ook nog wat goede vertalingen, met name in het Vlaams, dus stuur ze gerust op. En wanneer je meent dat je eigen vertaling goed is en het toch fout gerekend wordt, vertrouw dan op je eigen oordeel want er kunnen nog wel wat foutjes in het systeem zitten en soms zijn er andere vertalingen die minstens even goed of zelfs beter zijn.
Je kunt de woordjes uit de oefeneningen hier oefenen.
Je kunt de woorden in deze les ook oefenen met de geluidsbestanden: