Les 1

Uitspraak

De uitspraak zou te horen moeten zijn als je in de tekst of de opgaven de blauwe woorden aanklikt.

De klinkers

Er bestaan in het Esperanto 5 klinkers, nl. a, e, i, o, u die als volgt worden uitgesproken:

De a wordt in open lettergrepen uitgesproken als de aa in straat:

la de/het
la patro de vader
la kapo het hoofd
la tablo de tafel
la nazo de neus
la knabo de jongen
la strato de straat
la mano de hand

In gesloten lettergrepen wordt de a uitgesproken als de a in kast:

la planko de vloer
la arbo de boom
la parto het deel
la lampo de lamp
la parko het park

De e wordt uitgesproken als de e in pet:

la festo het feest
la besto het dier
la stelo de ster
la azeno de ezel
la orelo het oor
la somero de zomer

De i wordt uitgesproken als ie in niet:

la filo de zoon
la amiko de vriend
la libro het boek
la lito het bed
la birdo de vogel
la piro de peer
mi ik
ni wij
li hij

De o wordt uitgesproken als o in dok:

la floro de bloem
la onklo de oom
la rozo de roos
la pomo de appel
la domo het huis
la tondro de donder

De u wordt uitgesproken als oe in koepel:

la muro de muur
la frukto de vrucht
la urbo de stad
la suno de zon
unu een
du twee
la hundo de hond
nun nu

Belangrijke uitspraakregels

De klemtoon valt steeds op de voorlaatste lettergreep:

la azeno de ezel
la infano het kind
la tulipo de tulp
la sinjoro de heer
la letero de brief
la kolombo de duif
la familio het gezin
la folio het blad
la leono de leeuw
la lernanto de leerling
la najbaro de buurman
Esperanto Esperanto

Elke letter wordt afzonderlijk uitgesproken:

la bo-a-to de boot
la bi-e-ro het bier
la pi-e-do de voet
la he-ro-o de held

Opmerking:
Eindigt een woord op io, ia, ie, iu, dan valt de klemtoon op de i zoals bijvoorbeeld in: familio, historio en kie (waar).

De medeklinkers

De letters b, d, f, h, j, k, l, m, n, p, r, s, t en z hebben in het Esperanto dezelfde uitspraak als in het Nederlands. Ook aan het eind van een woord. Bijvoorbeeld in het woordje sed wordt de letter d inderdaad als een d uitgesproken en dus niet als een t.

Zelfstandige naamwoorden

Namen van personen, dieren, dingen, begrippen, stoffen, enz. - zoals man, hond, stoel, warmte, melk - zijn zelfstandige naamwoorden. Men kan zelfstandige naamwoorden herkennen aan het feit dat men er een bepalend lidwoord de of het (zoals in de man of het huis) of het onbepalend lidwoord een (zoals in een man of een huis) voor kan zetten.

In het Esperanto eindigen alle zelfstandige naamwoorden op o.

Het bepalend lidwoord (de of het) is altijd la en het onbepalend lidwoord (een of 'n) wordt niet vertaald zoals in een huis = domo en een brief = letero.

Het meervoud van een zelfstandig naamwoord wordt gevormd door achtervoeging van een j zoals in het huis = la domo , de huizen = la domoj, een tulp = tulipo , tulpen = tulipoj .

Nog wat woorden om te leren

sed maar la floro de bloem
mi ik sidi zitten
li hij esti zijn
ni wij fali vallen
kaj en brili schijnen
sur op mi estas ik ben
de van li estas hij is
kio wat ni estas wij zijn
tio dat mi falas ik val
en in li falas hij valt
la tero de aarde ni falas wij vallen

Oefenen